In 1909 begint Sola-directeur Marius Johannes Gerritsen (zoon uit een juweliersfamilie), zijn eigen bedrijfje in Zeist genaamd M.J. Gerritsen & Co.
In 1912 werdt dit omgedoopt tot "Eerste Nederlandsche Fabriek van Nieuwe Zilverwerken".
Dit bedrijf kreeg als handelsnaam de naam "Gero" mee wat een afkorting is van Gerritsen en Co. De bestekfabriek vond dat luxe ogend zilver bestek ook voor de man met de kleine beurs beschikbaar moest komen. (Zie het Sola boekje "Van Grondstof tot eindproduct")
In dit boekje valt letterlijk te lezen dat de man met de kleine beurs voorheen was aangewezen op lepels en vorken van ijzer, tin of vertinde producten, die, behalve een onooglijk aanzien, het grote nadeel hadden, dat ze spoedig braken of gingen roesten. In 1909 rijpte daarom bij de heer M.J. Gerritsen het plan om in ons land een fabriek op te richten voor vervaardiging van imitatie-tafelzilver.
Gerritsen kreeg echter later een conflict met de mededirecteur H.J.M. Simonis waardoor beiden heren uit elkaar gingen en Gerritsen alleen verder ging en een nieuwe fabriek begon onder de naam "Sola" wat is afgeleid van het Franse woord "Soleil"